Laat je ademhaling tijdens de yoga rustig en diep stromen. Een langzame en diepere ademhaling brengt niet alleen een grotere diepte in je houding, maar reikt ook tot in de diepere lagen van je lichaam. Buikademhaling staat hierbij centraal, omdat deze van nature diepgaander is. Hoewel borstademhaling op zich niet verkeerd is, is het eerder oppervlakkig. Het bewust worden van je ademhaling en de overstap naar buikademhaling brengt niet alleen ontspanning, maar ook gerichte concentratie.
In het begin van een sessie adem je vaak in door je neus en uit door je mond om de start te markeren. Na enkele diepe ademhalingen schakel je over naar een continue ademhaling door de neus.
Als het moeilijk is om langzaam in en uit te ademen, maak je dan geen zorgen. Laat je ademhaling leiden door je eigen gevoel, neem diepe en trage ademteugen en adem uit op een natuurlijk ritme. Forceer niets, maar laat je ademhaling een kalme metgezel zijn tijdens je yogapraktijk.